Blog Predikant

Kerstmorgen 2022

In het sonnet ‘Antwoord’ (1975) betrekt de dichter Gabriël Smit ons bij een gesprek met Jezus.

 

Soms ben ik bang dat u niet blijft,

dat uw voeten leegbloeden op lege

wegen, dat uw zachtmoedige handen tegen

zoveel verraad, zoveel weerspannigheid

 

in mensen en dingen niet bestand

zijn, dat u zeggen zult: ik had beter

moeten weten, mensen waarheid leren

is waanzin, leugen hun vaderland.

 

Moet ik dan nu, in de kribbe,

waarschuwen? Zeggen: doe het niet,

doe het anders, laat uw moeder vergeten

 

wat de engel sprak? Uw eigen stilte

– nacht, sterren, adem – zingt uw lied

van antwoord: zelfs op aarde vrede.

 

 

Een ‘ik’ richt zich tot Jezus en krijgt ook antwoord. Wie is die ‘ik’? De ‘ik’ is bezorgd, maar laat Jezus ook vrij. De ‘ik’ wil beschermen, maar laat de verantwoordelijkheid bij Jezus. De ‘ik’ is wijs en respecteert de eigenheid van Jezus. Die ‘ik’ kan alleen maar Jozef zijn, zijn vader. Het is een gesprek van vader tot zoon.

 

De evangelist Matteüs noemt Jozef nadrukkelijk in de wording van Jezus. Hij schrijft dat Jozef de man van Maria was. En over Maria staat er dat bij haar Jezus werd verwekt, die Christus genoemd wordt. Jozef is de man van Maria en er wordt een kind bij Maria verwekt, maar daartussen wordt geen verband gelegd. Alsof Jozef niet de vader van Jezus is, en dat is hij natuurlijk wel. Misschien niet de verwekker, niet de biologische vader, maar in alle andere opzichten is Jozef de man die Jezus heeft opgevoed, hem het voorbeeld heeft gegeven, een man van hem heeft gemaakt.

 

We hebben geen verdere geschreven bronnen over Jozef, maar hij is veelvuldig afgebeeld in de vroegchristelijke en middeleeuwse kunst. Er zijn afbeeldingen van Jozef met Maria en het kind op de vlucht, onderweg naar Egypte. En er zijn natuurlijk afbeeldingen van de kerststal met ook Jozef daarbij. Opmerkelijk is dat Jozef in veel van die afbeeldingen wordt getekend als een ouwe man. We zien dat ook op die afbeelding van Rembrandt. Jozef wordt geportretteerd als een oude en futloze man. Hij zit meestal wat ineengedoken, weggezakt, afwezig, alsof hij er niet bij hoort, alsof hij geen deelheeft aan het gebeuren. En dat is natuurlijk geen toeval.

 

Al snel ontstond er in de christelijke traditie de gedachte van een wonderbaarlijke geboorte van het Christuskind. Hij zou geboren zijn uit een maagd. Met andere woorden, dit kind is van God, uit de heilige Geest, daar is geen man aan te pas gekomen. In de latere traditie is die maagdelijkheid van Maria alleen nog maar verder aangezet. Maria zou ook tijdens haar huwelijk maagd gebleven zijn. De ‘altijddurende maagdelijkheid’ van Maria. Ze zou een ‘Jozefshuwelijk’ gehad hebben. Dat wil zeggen, een diepe, geestelijke band, maar geen seks. Dat bijzondere kind en die wonderbaarlijke verwekking die mochten natuurlijk niet bezoedeld worden door zoiets vulgairs als seks. En om duidelijk te maken dat er geen seks aan te pas gekomen was bij de verwekking van Jezus, bedachten die christelijk kunstenaars dat ze Jozef moesten afbeelden als een bejaarde, impotente man. Niemand moest zelfs maar de gedachte koesteren dat Jozef toch wel de verwekker geweest zou kunnen zijn. Dus dan beeld je Jozef zo af dat bij niemand die gedachte maar opkomt. Alles in die afbeeldingen draait om het kind en Maria. Jozef is de bijwagen. Hij hangt er bij, letterlijk en figuurlijk.

 

Interessant genoeg is dat beeld in de laatste pakweg honderd jaar veranderd. In de rooms-katholieke vroomheid is er ruimte gekomen voor een andere Jozef. Misschien dat de mannen in opstand gekomen zijn en geroepen hebben dat het nu maar eens afgelopen moest zijn met die miskennende portrettering. Jozef is meer dan een ‘dingetje’ rozenwater. Het gevolg daarvan is dat we afbeeldingen van Jozef zien als een lieve, zoete vader. Het kind zit bij hem op schoot, hij knuffelt met het kind, hij speelt met het kind. Jozef is jonger en hij is aanwezig in de opvoeding van zijn kind. Blijkbaar verandert het beeld van Jozef mee met de tijd. Jozef is in de kerk altijd het voorbeeld geweest voor hoe mannen moeten zijn. Eerst afwezig en op afstand, later zorgzaam en nabij. Jozef wordt ‘vrouwelijker’, als ik dat mag zeggen. Jozef krijgt moederlijke trekjes. Hij gaat in de afbeeldingen meer en meer op Maria lijken. Jozef wordt zorgzaam, aandachtig, empathisch. Jozef wordt een man zoals vrouwen hun echtgenoten misschien graag zien. Ik suggereerde net een opstand van mannen, maar misschien zijn het toch de vrouwen die mannen naar hun beeld veranderen. Zó moeten vaders zijn, zó moeten mannen zijn.

 

Maar moeten alle mannen zó zijn? Mogen mannen ook anders zijn? Het einde van de mannelijke dominantie, het einde van het patriarchaat, dat is goed; en alle aandacht voor #metoo ook, natuurlijk. Maar de feminisering van onze samenleving heeft het voor veel mannen ook ingewikkelder gemaakt, om het maar voorzichtig uit te drukken. Jongens vallen vaker uit op school, ze blijven vaker zitten, ze glijden vaker af naar lagere onderwijsniveaus. Veel tienerjongens, maar ook jonge mannen, komen hun kamer niet meer uit. Mannen overlijden twee keer zo vaak als vrouwen door zelfdoding. In de leeftijdsgroep tussen de 25 en 35 jaar zijn het de mannen die vaker werkloos zijn. De kwetsbaarheid van mannen is zichtbaar geworden, en daar zit ook een problematische kant aan. Mannen lijken overbodig geworden; mannen worden afgerekend.

 

Misschien moet er opnieuw een ander beeld van Jozef komen. Mag Jozef weer een beetje masculiener zijn, fysieker, stoerder, directer? Hoe zou het zijn als Jezus als jongen thuiskomt met een gebroken arm omdat hij in een veel te hoge boom geklommen is en eruit gevallen is, en dat Jozef dan tegen hem zegt: ‘wat stoer van je dat je dat durft; het is goed dat je je grenzen verkent.’ Of als Jezus thuiskomt weggestuurd van school, omdat hij brutaal geweest is tegen de leraar, en dat Jozef dan tegen hem zegt: ‘wat goed van je dat je bent opgekomen voor die jongen in jouw klas, maar nu moet je nog leren hoe je dat doet met respect voor ouderen.’ Of als Jezus thuiskomt met een blauw oog en schaafwonden, omdat hij gevochten heeft, en dat Jozef dan tegen hem zegt: ‘het is goed dat je terugslaat als jou of een ander onrecht wordt aangedaan, maar ooit zul je leren dat er situaties zijn waarin je beter de andere wang kan toekeren.’ Of als Jezus teleurgesteld thuiskomst als anderen hem uitgelachen hebben, en dat Jozef dan tegen hem zegt: ‘mijn zoon, trek je daar niets van aan, je moeder en ik zijn trots op jou; leer hiervan dat er domme en onaangename mensen zijn; er zullen momenten komen in je leven dat je zult bidden “vergeef het hen, ze weten niet wat ze doen.”’ Zo’n vader is een rolmodel voor jongens en mannen in onze tijd. Aanwezig en empathisch, maar ook stoer en hard wanneer het nodig is.

 

De evangelist Matteüs laat ons deze Jozef zien. Als Jozef hoort dat Maria zwanger is, dan weet hij dat het kind niet van hem is. Op dat moment kan hij haar te schande maken. Hij kan zich onttrekken aan hun publieke relatie; maar dat doet hij niet. En dat dit geen lichte beslissing is blijkt uit het feit dat hij droomt. Hij weet niet wat hij moet doen, er staan drie levens op het spel, het achtervolgt hem. Weggaan zou het gemakkelijkste zijn, maar hij kan het niet van zich afschudden. Hij is er zo mee bezig, dat hij ervan moet dromen. Als hij ontwaakt weet hij echter wat hij moet doen. Hij neemt een beslissing en staat daarvoor en gaat ervoor. Hij hoort bij Maria en daarmee erkent hij het kind als het zijne. Hij is degene die het kind zijn naam geeft.

 

Jozef is het voorbeeld van een man die rechtschapen is. Hij is niet afwezig en hij is ook niet super zoet. Hij is daadkrachtig en neemt zijn verantwoordelijkheid. Hij doet wat juist is, zonder aarzeling, gedecideerd. Hij zorgt voor Maria, hij beschermt zijn kind, hij waakt over zijn familie. Zo’n man is Jozef, zo’n vader is hij voor Jezus. Laten we op deze Kerstmorgen Jozef eren, als de vader van Jezus. Hij is degene het werk van de heilige Geest mogelijk maakt. Door hem realiseert zich de belofte van Gods aanwezigheid. Het antwoord op ons hopen: vrede op aarde.

Kerstnacht 2022

Er is niets dat kerst beter symboliseert dan een moederhart. Natuurlijk, het kind in de kribbe, de kerststal, de herders, de engelen, de drie koningen. Maar toch vooral het moederhart van Maria. Als Maria hoort dat ze zwanger is dan zingt ze ‘mijn hart juicht om God’. En als het kind geboren is en de herders verteld hebben over de engelen in die wonderbaarlijke nacht dan staat er: ‘Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.’

 

Maar wat is een ‘moederhart’? Een beetje een domme vraag natuurlijk, want we hebben allemaal een moeder gehad. We hebben allemaal de liefde en zorg van onze moeders ervaren. Natuurlijk, het kan zijn dat je niet bent opgegroeid bij je biologische moeder. Of misschien is er iemand die zijn of haar moeder nooit gekend heeft. Of misschien zegt één van ons ‘ik heb wel een moeder gehad, maar nooit liefde ontvangen’. Dat is verdrietig. Maar ik hoop dat er dan wel mannen en vrouwen waren die hart voor je hadden en die je hebben laten voelen wat liefde is. We hebben allemaal wel iets ervaren van een moederhart, al was het maar omdat jezelf een moeder bent. Domme vraag dus, wat is een moederhart. Toch stel ik die vraag, omdat er bij mij enige verwarring is ontstaan rond dat begrip moederhart. Er zijn een paar gebeurtenissen geweest die deze verwarring hebben opgeroepen. Ik noem drie gebeurtenissen.

 

De eerste gebeurtenis was de stichting Moederhart. In 2021, midden in de Corona-tijd, luidden een groep moeders de noodklok voor hun kinderen. Als stichting Moederhart waarschuwden ze tegen de gevolgen van het Covid-19 beleid voor kinderen. Het belang van kinderen moet altijd voorop staan. Op de website van Moederhart staat: ‘Ons moederhart slaat op tilt bij het idee nog langer machteloos aan te moeten zien, hoe een generatie kinderen en jongeren vastloopt in wat inmiddels vooral lijkt op een star, boekhoudkundig beleid dat (gefixeerd op virusbestrijding) hen compleet wegcijfert en opoffert.’ De website toont een tekening van de poten van een leeuwin. ‘Zoals een leeuwin haar welpen beschermt, zo komen wij op voor de kinderen’, schreven de moeders. Dit was 2021. De website van Moederhart wordt niet meer bijgehouden, maar is er nog wel. Op de openingspagina zie je vrij prominent een ‘reportage’ van Forum voor Democratie-kamerlid Gideon van Meijeren. Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder. We weten meer over de sociaal-emotionele impact van de pandemie op kinderen en jongeren. Die Moederhart-vrouwen waren geen ‘wappies’, maar bezorgde moeders die een signaal wilden afgeven. Maar die nadrukkelijke aanwezigheid van Gideon van Meieren op de website, dat roept wel de vraag op of Moederhart zich niet heeft laten kapen door complotdenkers?

 

De tweede gebeurtenis die bij mij verwarring over het moederhart heeft opgeroepen, was het handelen van Glenda Batta. Glenda Batta kennen we beter als de zangeres Glennis Grace. Glennis Grace werd in november dit jaar veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur. Volgen de rechtbank was zij schuldig aan openlijke geweldpleging in een Amsterdams filiaal van de Jumbo. Met voorbedachten rade was zij gewelddadig geweest. Glennis was verhaal gaan halen nadat haar zoon met een bebloed gezicht was thuisgekomen. ‘Mijn moederhart trad in’, zei ze in de rechtbank, ‘ik wilde weten wat er gebeurd was’. Bij Jinek vertelde ze dat toen ze het gezicht van haar zoon zag haar ‘geest werd overgenomen door haar bonzende moederhart’. De 15-jarige jongen had in de winkel een e-sigaret gerookt. Het personeel had hem daarop aangesproken en toen hij geen gehoor gaf is hij de winkel uitgezet. Zijn moeder regelde een groep vrienden en bij de confrontatie werden meerdere medewerkers van de supermarkt geschopt en geslagen. Glennis zelf duwde een medewerker en deelde een knietje uit. Volgens de rechter was zij begonnen. Natuurlijk, als ze aan je kind komen dan vecht je als een ‘tijger met een moederhart’. Maar het moederhart kan geen excuus zijn om zo onbeheerst op te treden. Veel vrouwen hebben een moederhart, maar dit doen ze toch niet.

 

Derde gebeurtenis. Op 20 november dit jaar overleed Hebe María Pastor de Bonafini. Hebe de Bonafini was een Argentijnse activiste; ze werd 93 jaar. Ze was één van de oprichtsters van de vereniging van de Madres van de Plaza de Mayo in Buenos Aires. Ruim 45 jaar lang bleef Hebe de Bonafini  aandacht vragen voor het lot van haar zonen Jorge en Raúl. De jongemannen verdwenen tijdens de militaire dictatuur, gearresteerd en vermoord door de junta. Weet u nog, 25 juni 1978, de WK finale Argentinië-Nederland? Volgens mensenrechtenorganisaties verdwenen er in de jaren zeventig en tachtig in Argentinië 30.000 mensen. De Dwaze Moeders, zoals Hebe de Bonafini, bleven iedere week zwijgend op het plein demonstreren, met haar witte hoofddoek omgeknoopt, tot op de dag van vandaag. Haar moederhart gaf haar de energie en de moed en de kracht om het vol te houden, tegen al het verzet in, vechtend tegen de onverschilligheid, met gevaar voor eigen leven. Hebe de Bonafini was echter niet geheel onomstreden. Ze verdedigde acties van internationale terroristen, zoals de 9/11 aanslagen in New York. In 2005 zei ze dat Paus Johannes Paulus II naar de hel zou gaan. Ze werd beschuldigd van antisemitisme. En ze was bevriend met het echtpaar Kirchner, de vorige presidenten van Argentinië, nu veroordeeld voor fraude. Zo’n moedig moederhart, en dan ook die schaduwkant.

 

Dus wat is een moederhart? Als een leeuwin je welpen beschermen en kwetsbaar worden voor complot denken? Vechten als een tijger en anderen gewelddadig bejegenen? Demonstreren voor het leven van je kind en ook omstreden zijn? Wij zijn feilbare mensen; niemand is volmaakt. Dat maakt ons menselijk, maar het is ook lastig. Ingewikkeld, ambivalent. En het is moeilijk om te leven met ambivalentie. Misschien is dat wel de reden dat we Maria, de moeder van Jezus, zo opgehemeld hebben. Al ons verwachten van ongereptheid, al ons verlangen naar het integere, het zuivere, we hebben dat geprojecteerd op Maria. We hebben haar heilig gemaakt, vol van genade, onbevlekt ontvangen, onze lieve vrouwe van altijddurende bijstand. Alles waarin wij tekortschieten hebben we haar toegedicht. Terwijl ze toch ook maar een moeder was, van een kind die ze als volwassen zoon zou kwijtraken. Vanaf zijn geboorte moet ze bang geweest zijn voor wat er met hem zou gebeuren. Als ze voor de eerste keer met haar kind in de tempel komt zegt een oude man tegen haar: ‘hij zal een teken zijn dat betwist wordt’. ‘En voor jouzelf, Maria, zal het voelen alsof je doorstoken wordt met een zwaard.’ Wie kent niet dat ontroerende beeld van Michelangelo in de Sint-Pieter in Rome, de pietà. Maria met haar kind op schoot, als die kribbe ver achter hen ligt.

 

Ik vind het treffend dat de evangelist schrijft dat Maria alles wat er gezegd wordt over Jezus in haar hart bewaart en erover blijft nadenken. Wat haar ook te wachten staat, Maria opent haar hart. Maria ontvangt, bewaart, overweegt, bidt, mediteert, zingt. Ze lijkt niet van het activisme. Ze heeft niets met agressie. Zij is van de vrede in haar hart en de kalmte in haar houding. Misschien is dat het moederhart dat wij nu nodig hebben. Het moederhart dat onze kinderen nodig hebben. Het moederhart dat onze wereld nodig heeft.

‘Sorry, seems to be the hardest word’ (16 december 2022)

In 1976 schreef de Britse popzanger Elton John (1976) een treurigstemmende ballade over een romantische relatie die op de klippen loopt. Wat moet ik doen om het goed te maken, wat moet ik doen om je weer verliefd op mij te doen zijn? Het klinkt als wanhoop. Je weet dat het uit is, maar je wilt niet dat het uit is. Iedereen die dit heeft meegemaakt (en wie niet?) herkent het breken van zijn/haar hart en het vastklampen aan het laatste sprankje hoop dat virtueel blijkt te zijn. Je probeert alles om het weer goed te maken, tot in het absurde, tot in het gênante. ‘It's sad, so sad, it's a sad, sad situation, and it's getting more and more absurd.’

Dit gevoel van absurditeit bekruipt mij ook bij de poging van onze regering om excuses aan te bieden voor het slavernijverleden aan de bloedverwanten van slaafgemaakten uit Suriname en de Antillen. Het kabinet wil op 19 december ‘betekenisvolle stappen’ zetten om het slavernijverleden te erkennen, maar lijkt de regie over deze excuses kwijt te raken. Er is onvrede ontstaan over wie de excuses komt aanbieden. En degenen aan wie excuses wordt aangeboden willen die misschien niet eens ontvangen onder de huidige omstandigheden of op de aangegeven datum. Ze hebben zelfs eisen geformuleerd (een verbod op het ‘n-woord’ en het verdwijnen van zwarte Piet uit de publieke ruimte). En als gevolg daarvan gaan er stemmen op in de nationale onderbuik om die excuses dan maar helemaal achterwege te laten. Een absurd schouwspel, waarbij je je afvraagt hoe we hier nu weer in verzeild zijn geraakt.

Misschien moet de Nederlandse regering geen excuses aanbieden, maar om vergeving vragen. Als land, als collectief dragen wij de schuld van het slavernijverleden. Natuurlijk heeft niemand van ons een slaaf gemaakt, maar we zijn burgers van een land dat grote welvaart heeft verworven door te handelen in en gebruik te maken van slaafgemaakten. En het feit dat witte mensen rijk geworden zijn over de ruggen van zwarte mensen werkt tot op vandaag door in institutioneel racisme, zoals dat gebleken is bij de belastingdienst en bij het ministerie van buitenlandse zaken. Laat iemand namens ons royaal zeggen: ‘vergeef het ons. We wisten heel goed wat we deden. We hebben ervan geprofiteerd. Maar met terugwerkende kracht schamen we ons kapot dat we jullie als beesten behandeld hebben. Dat was mensonwaardig. Vergeef het ons, als jullie kunnen. Laten we samen bouwen aan de toekomst van onze kinderen.’ Is dat niet pijnlijk voor onze Hollandse trots? Absoluut. Maar is er ooit heling en verzoening geweest zonder pijn?

Als Engelen bestaan (9 december 2022)

De Poolse dichteres Wislawa Szymborska (1923-2012) veronderstelt in haar gedicht Lachfilms, dat als engelen bestaan ze ‘vast niet onze romans lezen over teleurgestelde verwachtingen’ of ‘onze gedichten met al hun wrok tegen de wereld’. Nee, engelen, ‘pauzerend onder hun engelenwerk, dat onmenselijk is’, kijken liever ‘met open oog naar onze lachfilms uit de tijd van het zwijgende doek’. Ze kijken naar Buster Keaton, die van de honger zijn eigen veters verorbert. Naar Charlie Chaplin, met ‘een frontje en hoge ambities, maar eronder een opgeschrikte muis in een broekspijp.’ Naar Stan Laurel en Oliver Hardy die ‘dolle duikelingen’ maken, ‘rondjagen in een kringetje’ en ‘vluchten voor de vluchter.’

In Kerk aan Zee (Muiderberg) hangt op dit moment de expositie Engelen van Eric Beets. Zijn schilderijen zijn een eerbetoon aan de ‘oneindig creatieve, goddelijke krachten die onze wereld maken, beschermen en voltooien’, zo staat er op onze website. Kijk eens goed naar Erics engelen en stel jezelf dan de vraag waar zij naar kijken, waar zij hun energie en creativiteit aan ontlenen.

 

Als er engelen bestaan,

laten ze zich – hoop ik –

overtuigen door zo’n vrolijkheid

die door ontzetting aangeslingerd wordt,

terwijl er niet eens help! wordt geroepen,

omdat alles in stilte geschiedt.

 

Ik waag te veronderstellen

dat ze in hun vleugels klappen

en dat uit hun ogen tranen stromen,

tenminste van het lachen.


(Wislawa Szymborska,

Einde en begin. Gedichten 1957-1997,

Amsterdam 2001, 267-268)

GOSPEL!  (1 december 2022)

Van de slavenplantages in het Zuiden van Amerika via de ‘Mars op Selma’ (1965) voor gelijke burgerrechten naar de Black Lives Matter protesten in 2020 na de dood van George Floyd, Gospelmuziek loopt als een rode draad door de geschiedenis van slavernij en racisme in de Verenigde Staten. Een groepje gemeenteleden van Kerk aan zee (Muiderberg) liet zich vorige week meevoeren op een muzikale reis van kracht en hoop door het Museum Catharijneconvent in Utrecht. Na afloop bespraken we onze kijk- en luisterervaringen bij een kop koffie. Naast de vitaliserende muziek en de opwekkende performances die we te zien kregen, was ik vooral getroffen door twee dingen. Allereerst door de betekenis van het lichaam in Gospel. Het is niet alleen het resoneren van je trommelvliezen of het trillen van je stembanden, Gospel doortrekt je hele lichaam. Gospel neemt bezit van je en zoekt vervolgens een uitgang via het bewegen van je armen, het deinen van je hoofd, het draaien van je romp, het wiegen van je heupen, het schudden van je achterwerk. Gospel is een fysieke ervaring en expressie. Gospel drukt zich uit via je lichaam. Verschillende mensen die in de expositie geportretteerd werden spraken over bevrijding. Dat moet ook bevrijding zijn van je inhibities en remmingen, ingegeven door verlegenheid, schaamte of cultureel archief. Gospelmuziek bevrijdt ons daarvan. Het tweede dat me aansprak was een korte reportage aan het einde van de expositie over een jonge zwarte dirigent met een koor dat louter uit witte senioren bestaat. Krasse knarren, maar toch gemiddelde leeftijd kerkgangers, zal ik maar zeggen. En dat koor trad op in een kerk die ook gevuld was met diezelfde witte en oudere doelgroep, zittend toekijkend vanuit de kerkbanken. Het contrast tussen de swingende, zwarte dirigent en die houterige Hollandse senioren was kostelijk om te zien. Het leek me prachtig materiaal voor een documentaire van Michiel van Erp. Maar heimelijk was ik natuurlijk heel jaloers op die koorzangers, dat ze dit mochten meemaken, deze bevrijding.

Op de terugweg naar huis moest ik denken aan het woord ‘Gospel’. Engels voor ‘evangelie’, of beter: ‘de goede boodschap die ons vreugde geeft’. Wat fantastisch dat er een muzieksoort is die zich tooit met het begrip ‘evangelie’. En zich er niet alleen mee tooit, maar het ook volledig waarmaakt. Ik verlang naar meer GOSPEL in de kerk!

Amazing grace how sweet the sound

That saved a wretch like me.

I once was lost, but now I'm found,

Was blind but now I see!

Gedachtenis (20 november 2022)


Zondag 20 november 2022 is ‘gedachteniszondag’. We gedenken in de kerk onze overleden gemeenteleden en ontsteken een licht aan de Paarskaars voor hen. Dan zal ook stil gestaan worden bij de mensen van wie de namen niet genoemd worden; de mensen die we meedragen in ons hart en die wellicht al langer geleden overleden zijn, maar ook de talloze voor ons anonieme doden gesneuveld in een oorlog. De persoonlijke gedachtenis resoneert altijd mee met de gedachtenis van Jezus. Bij de viering van de Maaltijd van de Heer spreken we de zogenaamde instellingswoorden. Die woorden heeft Jezus gesproken bij de laatste maaltijd met zijn vrienden. We ontlenen die woorden aan de evangeliën. Bijvoorbeeld in de volgende versie:


Die in de laatste nacht dat hij nog leefde het brood gebroken heeft en uitgedeeld en heeft gezegd: ‘Neemt, eet, dit is mijn lichaam – zo zult gij doen tot mijn gedachtenis.’ Toen nam hij ook de beker en zei: ‘Dit is het nieuw verbond, dit is mijn bloed, dat wordt vergoten tot vergeving van uw zonden. Als je uit deze beker drinkt, denk dan aan mij.’ Tot zijn gedachtenis nemen wij daarom dit brood en breken het voor elkaar, om goed te weten wat ons te wachten staat als wij leven hem achterna.

(Huub Oosterhuis, ‘Gij die weet’, tafelgebed)


Gedachtenis is herinneren opdat we niet vergeten. Het is het delen van pijn en verdriet in de geloofsgemeenschap, omdat we er niet alleen voor staan. Het is verbondenheid met alle mensen die lijden en verscheurd worden door verlies. Het is hoop, dat de dood niet het laatste woord heeft. Het is vertrouwen, dat wij niet uit Gods handen vallen.

Familiewaarden (14 november 2022)


Of het nu de presidentsverkiezingen waren in Brazilië, een paar weken geleden, of vorige week de midterm verkiezingen in de Verenigde Staten, of de zoveelste rede van Vladimir Poetin over de verderfelijke westerse cultuur, of een interview met oud-voetballer en tegenwoordig de Qatarese WK-ambassadeur Khalid Salman die zich uitspreekt over de mores in zijn door de Islam gedomineerde land waar de bezoekers van het wereldkampioenschap voetbal zich aan moeten gaan houden, steeds gaat het weer over ‘familiewaarden’.

Nu kom ik uit een fatsoenlijke familie waar ik het verschil tussen mijn en dijn en goed en kwaad geleerd heb, waar we gewezen werden op respect voor ouderen en mensen in een hogere positie, waar mijn ouders voorgingen in het dragen van verantwoordelijkheid en het bijdragen aan een gelijkwaardige samenleving. Ik heb de waarde van familie en van het gezin leren kennen en heb de waarden van de familie mij eigen gemaakt. Natuurlijk families hebben zich sinds mijn vroege jeugd herschikt, zijn anders samengesteld geraakt, verrijkt met ‘bonus’-leden, en daarmee complexer geworden. Maar de betekenis van familie is niet veranderd, misschien zelfs wel belangrijker geworden. En de waarden van families lijken mij ook niet veranderd. Wat telt is liefde, begrip, acceptatie, de ander zien. En we hebben hopelijk beter geleerd (dan ‘vroeger’) hoe fnuikend geheimen zijn, hoe we de waarheid spreken, hoe we elkaar respecteren door met elkaar de lastige vragen aan te gaan.

Maar dat is niet wat Bolsonaro, Poetin, Trump en Salman bedoelen met familiewaarden. ‘Familiewaarden’ is een code geworden voor het beperken van reproductieve en seksuele rechten (tegen het legaliseren van abortus, tegen gelijke rechten voor LHBTI-ers, tegen genderneutraliteit) door conservatieve politici met hun politieke agenda. En deze conservatieve politici worden daarin gesteund door orthodoxe en evangelische christenen en door traditionele moslims. Dezelfde mensen die de geloofsgemeenschap zien als een ‘familie van God’ maken zich sterk voor kwesties die mensen uitsluiten en hun vrijheden beperken, onder het mom van ‘familiewaarden’. Het wordt tijd dat wij als liberale gelovigen de familie terug claimen als een haard van bescherming en persoonlijke groei. En ook dat wij het christelijk geloof terug claimen als een bron van menselijkheid en vertrouwen.


Een plaats van God, voor een tijd (1 november 2022)


Voor het afscheid van Nico ter Linden (1936-2018) als predikant van de Westerkerk in Amsterdam, september 1995, maakte Wim Schulte Nordholt het volgende gedicht:


Er past een sleutel in het slot:

een mens die mensen vergezelt,

het heilige verhaal vertelt,

is voor een tijd een plaats van God,

zoals de dichter het al zei.

Er gaat een dominee voorbij.

 

De grote kerk wacht wit en stil

op zijn verlossend woord. In hem

krijgt dan de stilte Gods een stem

wanneer hij bidt om Jezus' wil

en preekt en doopt en breekt het brood

en roept het leven uit de dood.

 

Er gaat een dominee voorbij,

het ruist nog in het heiligdom,

wij mensen zien verwonderd om,

wij blijven horen wat hij zei,

zien wat hij was: een plaats van God,

een stem, een sleutel in het slot.

 

Schulte Nordholt (1920-1995), dichter en historicus, overleed zelf een maand voor het afscheid van Ter Linden, maar zijn gedicht bleef. Waarschijnlijk ook omdat hij gebruik maakte van de eerste regel uit het gedicht Deisme van Gerrit Achterberg (1905-1962): ‘De mens is voor een tijd een plaats van God.’ In dit gedicht vinden we het beroemde beeld van Jezus als ‘koopman in oudroest’, die ons mensen vindt langs de kant van de weg als een ‘leeg achtergelaten benzinevat’. Schulte Nordholt eerde met zijn poëtische werk niet alleen ter Linden, maar alle dominees. Zo wil ik collega Piet van Reenen (1954-2022) gedenken, als predikant voor twee jaar een plaats van God in Muiderberg. Dat zijn gedachtenis ons tot zegen zij.

Verklaring van Amsterdam (22 oktober 2022)


Het blijft ingewikkeld, de verhouding tussen ‘kerk en staat’. Na de nodige ophef zag burgemeester Halsema van Amsterdam zich afgelopen week genoodzaakt de steunverklaring voor de LHBTI-gemeenschap, die ze wilde laten ondertekenen door de Amsterdamse moskeebestuurders, tijdelijk terug te nemen. Dit is de conceptverklaring die Halsema met de moskeebestuurders wilde bespreken: ‘De lhbtiq+ gemeenschap heeft nog steeds te maken met discriminatie, afwijzing en zelfs geweld. Het beeld bestaat dat de harde straatcultuur in Amsterdam een belangrijke oorzaak hiervan is, maar ook dat sommige daders zich beroepen op hun geloof. Dit kan en mag nooit een reden zijn om strafbare feiten te plegen. Daarom willen wij - als vertegenwoordigers van religieuze organisaties - aan iedereen duidelijk maken dat wij discriminatie van en geweld tegen de lhbtiq+-gemeenschap compleet afwijzen.’ Prima verklaring, met de beste intenties opgesteld, voortbouwend op al langer bestaande gesprekken in Amsterdam tussen burgemeester en geloofsgemeenschappen. Desondanks, is de verklaring ongelukkig gecommuniceerd. Wat er precies gebeurd is in het gemeentehuis mag een raadsel zijn, maar de wijze waarop dit in het nieuws gekomen is getuigt van weinig besef van de gevoeligheid bij religieuze organisaties (niet alleen moskeeën, ook kerken en synagogen) voor een dicterende overheid. Zou het niet passender zijn wanneer de overheid, ook in Gooise Meren, alle religieuze organisaties zou verleiden om zelf met een verklaring te komen. Maar ja, zit de LHBTI-gemeenschap daar al niet heel lang op te wachten? Mijn voorstel is dat wij volgend jaar een ‘LHBTI inclusieve viering’ organiseren.

Laat de liefde maar gebeuren, als een wonder van het licht,

als een regenboog vol kleuren, door de hemel zelf gesticht.

Waarheid ontleden (15 oktober 2022)


Ieder jaar in de maand oktober maakt de Zweedse Academie bekend wie de Nobelprijs voor Literatuur gewonnen heeft. Uiteraard kunnen er belangrijkere zaken zijn die ons bezig houden, zeker in deze tijd, maar zelf volg ik dit nieuws met aandacht. Is het een auteur van wie ik iets gelezen heb? Heel vaak niet, omdat het gaat om een keuze uit de wereldliteratuur en die keuze omvat in principe heel wat talen en auteurs. En het is ook niet zo dat ik zodanig veel romans lees dat ik niet meer te verrassen ben, integendeel. In 2011 maakte ik tot mijn vreugde kennis met de poëzie van Tomas Tranströmer (1931-2015). In dat jaar won deze Zweedse dichter de Nobelprijs voor Literatuur. Tranströmer werd gelauwerd omdat zijn gedichten zich kenmerken door ‘bedrieglijk spaarzame taal, kristalheldere beschrijvingen van natuurlijke schoonheid en verkenningen van de mysteries van identiteit en creativiteit', volgens het juryrapport. Wat mij verder aansprak in het werk van Tranströmer was de religieuze dimensie van zijn poëzie, dat in het Nederlands prachtig is vertaald door Bernlef: De herinneringen zien mij. Verzamelde gedichten/memoires (Amsterdam 2011). Dat was voor mij aanleiding om diepergaand kennis te nemen van Tranströmers poëzie, vanuit een theologische perspectief. Daarover heb ik geschreven in het tijdschrift Religion and the Arts. [Wie daarin geïnteresseerd is kan ik het artikel toesturen.]

De winnaar van dit jaar is ook een onbekende voor mij: Annie Ernaux (1940). De jury prijst de ‘moed en klinische scherpte’ waarmee Ernaux ‘de wortels, vervreemding en collectieve beperkingen van het persoonlijke geheugen blootlegt’. Ernaux gelooft in de bevrijdende kracht van schrijven en opent de ogen van lezers voor sociale ongelijkheid, onder meer op het gebied van gender, taal en sociale klasse. Het Nobelprijs-comité vergelijkt haar werk met een scherp mes, door Ernaux gebruikt om ‘de waarheid te ontleden’. Dat klinkt intrigerend en ik heb dan ook meteen haar klassieker De jaren besteld. Oorspronkelijk verschenen in 2008, maar in Nederlandse vertaling (door Rokus Hofstede) uitgegeven in 2020. Ik zal geen artikel schrijven over Ernaux, maar misschien zijn er wel liefhebbers die het boek tegelijkertijd met mij willen lezen en bespreken?

God helpen (8 oktober 2022)


In mijn eerste week als predikant van Muiderberg en Muiden, nemen twee recent verschenen boeken een prominente plaats in op mijn werktafel. De biografie van Judith Koelemeijer over Etty Hillesum, Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven [Balans 2022], en Boven is onder ons. Denken over God na God [Skandalon 2022] van hoogleraar vrijzinnige theologie Rick Benjamins, oud-collega aan de Protestantse Theologische Universiteit. Benjamins verwijst in zijn boek over postmoderne theologie naar een fragment uit het dagboek van Hillesum waarin zij op sprekende en aansprekende wijze stem geeft aan Gods zwakte en afhankelijkheid. Het is een gedeelte uit wat Hillesum zelf het ‘Zondagochtendgebed [12 juli 1942]’ noemde.


Het zijn bange tijden, mijn God. Vannacht was het voor het eerst, dat ik met brandende ogen slapeloos in het donker lag en er vele beelden van menselijk lijden langs me trokken. Ik zal je een ding beloven, God, een kleinigheidje maar: ik zal mijn zorgen voor de toekomst niet als even zovele zware gewichten aan de dag van heden hangen, maar dat kost een zekere oefening. Iedere dag heeft aan zichzelf genoeg. Ik zal je helpen, God, dat je het niet in mij begeeft, maar ik kan van te voren nergens voor instaan. Maar dit ene wordt me steeds duidelijker: dat jij ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en door dat laatste helpen we onszelf. En dit is het enige wat we in deze tijd kunnen redden en ook het enige waar het op aankomt: een stukje van jou in onszelf, God. En misschien kunnen we ook eraan meewerken jou op te graven in de geteisterde harten van anderen. Ja, mijn God, aan de omstandigheden schijn jij niet al te veel te kunnen doen, ze horen nu eenmaal bij het leven. Ik roep je er ook niet voor ter verantwoording, jij mag daar later ons voor ter verantwoording roepen.


Laten we God blijven ‘opgraven’ in onze eigen geteisterde harten en in die van anderen.

Share by: